Tentoonstellingen

Tijdens Triënnale Brugge 2021: TraumA werd er naast de interventies in de Brugse binnenstad, ook een groepstentoonstelling ingericht die de ambivalente thematiek verder verdiept: tussen droom en nachtmerrie, in het onderhuidse of het ondergrondse, van analoge tot digitale vervreemding. Een selectie van een 40-tal sculpturen, foto’s, tekeningen, schilderijen en video’s verbinden het ‘unheimliche’ karakter van de eigenaardige ruimtes van de Poortersloge met dissonante stemmen, verhaallijnen en wonderlijke werelden. De kunstenaars verbeelden hun kijk op wereld, mens en architectuur, die soms gefragmenteerd of verwrongen, soms dichterlijk en paradijselijk blijkt te zijn.
Triënnale Brugge 2021: TraumA stelt een microscopische blik voor op de omgeving en de bewoners, een subcutane analyse en een verweving met het verborgen deel van het stedelijke weefsel. Het onuitgesprokene of het onheimelijke komt naar de oppervlakte in de context van haar architectuur, urbanisatie, tuinen of parken. De tentoonstelling De poreuze stad voegt daar een dimensie aan toe: de binnenruimtes van een gebouw waar kunstwerken van diverse kunstenaars in thematische groepen werden ingedeeld. Hier verbreedt Triënnale Brugge haar onderzoeksveld van de stedelijke buitenruimte naar het besloten karakter van een voormalige privéwoning. Het onderzoek wordt in deze omgeving nog verscherpt en verengd: in dit laboratorium gaan kunstwerken in dialoog, andere schuren tegen elkaar aan of zoeken het conflict op.
Van het ‘Grote Niets’ tot de ‘Ijdelheid der Ijdelheden’, van keldergat tot spitse toren, met zachte bloemen, kleurrijke lintjes of druppende olieverfslierten, brengen ze de bezoeker in de war. Ook met het harde marmer, de houten splinters of de vreemde vormen in polyester ontlopen de installaties de huidige individuele en maatschappelijke uitdagingen niet. Er zijn natuurlijk lichamelijke, nucleaire, virtuele en ecologische bedreigingen, maar er is ook idylle en verwondering. Met werk van Belgische bodem, uit ateliers of particuliere verzamelingen, wordt hier een presentatie gebracht die aanspreekt, kerft en zalft.
Met werk van Bilal Bahir, Semâ Bekirović, Rakel Bergman Fröberg, Willem Boel, Dries Boutsen, Jana Cordenier, Thierry De Cordier, Sarah De Vos, Lisse Declercq, Danny Devos, Joëlle Dubois, Kendell Geers, Daan Gielis, Geert Goiris, John Isaacs, Athar Jaber, Thomas Lerooy, Emilio López-Menchero, Enrique Marty, Cécile Massart, Hermann Nitsch, Ronald Ophuis, Štefan Papčo, Jasper Rigole, Sarah&Charles, Gregor Schneider, Mircea Suciu, Adrien Tirtiaux, Narcisse Tordoir, Ana Torfs, Gavin Turk, Ingel Vaikla, Caroline Van den Eynden, Anne-Mie Van Kerckhoven, Filip Vervaet, Julie Villard & Simon Brossard, Friederike von Rauch

In deze tentoonstelling gaat Triënnale Brugge verder in op de installaties in de historische binnenstad. De vluchtigheid en vloeibaarheid van de Liquid City wordt verder toegelicht. De kunstwerken en architecturale constructies van het kunstenparcours worden er bovendien binnen het oeuvre van de deelnemende kunstenaars en de architecten geplaatst. Samen met de nieuwe video ‘Aerocene’ van Tomás Saraceno naast bestaand werk rond vliegende steden, het museum voor de Chinese Wolhandkrab van het Brusselse collectief Rotor, het Checkpoint van Roxy Paine en een selectie van glas- en spiegelsculpturen van Monir Shahroudy Farmanfarmaian.

De Libanese fotograaf Ziad Antar toont in een reeks zwart-witfoto’s onafgewerkte, vernietigde en verlaten gebouwen in Beiroet, een stad die zwaar getekend is door bezettingen en burgeroorlog.
De Panamese kunstenares Iraida Icaza onderzoekt en herinterpreteert oude fotografische glasnegatieven van ruïnes en overblijfsels van verdwenen beschavingen uit het Nabije en Midden-Oosten.
Een video van de Afghaanse Lida Abdul toont een vergeefse poging om een reusachtig beschadigd gebouw met touwen neer te halen. Een hoopvol teken dat erfgoed overeind blijft of een bevestiging van de destructieve drang van de mens?
De Iraanse regisseur Alireza Rasoulinejad laat in een satirische film zien hoe de hoofdstad Teheran het resultaat is van een opgedrongen westerse moderniteit.
Een fotoreeks van de Saoedische fotograaf Ahmed Mater volgt de transformatie van de heilige stad Mekka tot een hedendaagse, commerciële plek. De Saoedische kunstenaar Sami Al Turki verwijst met dromerige gebouwen die boven lege landschappen zweven naar de onbetaalbare grondprijzen.
De Duitse fotograaf Michael Wolf en de Chinese Xing Danwen focussen op het gevoel van ontmenselijking in reusachtige steden als Hong Kong en Tokio in China. De Chinese kunstenaar Yang Yongliang verbeeldt de destructieve gevolgen van de hedendaagse bouwwoede op het landschap.
© Sami al Turki
1

De Congolese Bodys Isek Kingelez toont een positief, utopisch beeld van de stad van de toekomst, in fel contrast met de chaotische groei van Afrikaanse steden vandaag. Zijn kleurrijke maquettes in papier, karton en wegwerpmateriaal zitten vol referenties aan Kinshasa.
De haast monochrome steden van de Chinese Liu Wei lijken bijna abstracties. Zijn kritische kijk dwingt tot nadenken. Vaak laat hij steden verticaal oprijzen. Als materiaal voor zijn gebouwen gebruikt hij onder meer de samengeperste bladzijden van officiële publicaties en Chinese schoolboeken.
Met herinneringen, literaire motieven en filmextracten smeedt de Amerikaanse Tracey Snelling snapshots van diverse steden, culturen en plaatsen aaneen tot een verbeeld universum. Ze toetst onze internationale beeldcultuur aan lokale beeldtaal.
De Belgische architect-kunstenaar Luc Schuiten bedenkt een utopische groene toekomstwereld. Om die ook leefbaar te maken ontwierp hij er duurzame, ecologisch verantwoorde voertuigen voor.

Nieuwbouw op palen langs een brede laan: de Belgische modernisten Huib Hoste (1881-1957) en Paul Amaury Michel (1912-1988) zagen het groots. In 1937-38 tekenden zij een vooruitstrevend urbanisatieplan om het station van Brugge te verbinden met ‘t Zand en de stadsrand. Dat bevatte een mix van burger- en arbeiderswoningen, open ruimte met groen en speelmogelijkheden, een theater en een concertgebouw. Een paar wijken met oude, verloederde woningen wilden ze afbreken. Het project werd nooit uitgevoerd, maar in het Arentshuis kan je de plannen, publicaties en documenten erover bekijken.
In 1977 publiceerde Oswald Mathias Ungers samen met Rem Koolhaas het manifest The City in the City – Berlin: A Green Archipelago. Het bevatte concepten en modellen voor de nieuwe stad, toegepast op West-Berlijn. Lege plekken als gevolg van bevolkingsvlucht, afgebroken gebouwen en verdwenen industrie veranderden in groene oorden. Ungers wilde geen historische reconstructie, maar een nieuw stedelijk landschap met meerdere centra. In 1990, na de val van de Muur, hertekende hij zijn plannen volledig. I.s.m. het UUA Köln brengt de triënnale de tentoonstelling ‘City Metaphors’ (1976, New York) opnieuw, waarin Ungers zijn visie op de stad als metafoor weergaf.